Het Stille Meisje

Herinner je je nog dat meisje dat op kamp liever alleen liep op wandeltocht dan hand in hand met een vriendinnetje over het paadje te huppelen, luid zingend dat ze er bijna zijn? Dat meisje dat liever alleen op de bus zat richting bestemming in plaats van joelend de achterbank onveilig te maken? Of dat meisje dat op school wel vriendjes had, maar nergens echt leek bij te horen. Dat meisje dat nooit een liefje had. Herinner je je dat meisje nog aan de universiteit dat altijd alleen ging zitten? Dat meisje dat wel mee ging feesten, maar liever in de muziek verdween dan aan de toog hing? 

Dat meisje was ik. Ik vond het niet fijn om zo te zijn. Ik forceerde mezelf huppelend ‘we zijn er bijna’ mee te kwelen. Zo hoog en hard mogelijk op de achterbank van de bus te springen. Krampachtig vriendinnen te maken, vriendjes te zoeken, gesprekken aan te knopen. Scoutsfuiven, studentenfeestjes, ja, zelfs dancings af te schuimen om toch maar ‘normaal’ te zijn. 

Krampachtig luid zijn

Toen ik werk vond als marketeer, probeerde ik luid op tafel te kloppen, tegen mijn collega’s in te gaan, vanuit het gevoel dat ik enkel op die manier gehoord zou worden. Ik deed mee aan elke vergadering, brainstormsessie, netwerkevent, business trip en after work party. Om ook daar zo luid en aanwezig mogelijk te zijn. 

Het werkte niet. Hoe meer ik mezelf forceerde, hoe luider ik probeerde te zijn, hoe gefrustreerder ik werd en hoe meer ik mezelf kwijtraakte. Ik voelde me een buitenbeentje, gefaald omdat ik niet binnen de maatschappij paste. Ik raakte elke voeling met mezelf kwijt.

Tot ik het boek ‘Quiet’ van Susan Cain in handen kreeg. Dat was het kantelpunt. Het voelde als een openbaring. Ik kende het woord introvert wel, maar ik associeerde het altijd met ‘verlegen’. Een woord waar ik de kriebels van kreeg. Want het heeft zo’n zielige bijklank. Door het boek van Cain besefte ik: ik ben geen roeper. Ik ben geen tafelspringer. Ik ben geen haantje de voorste. En dat is oké.

Want waar ik me tot een paar jaar geleden een buitenbeentje voelde en krampachtig probeerde om er toch maar bij te horen, heb ik er nu vrede mee genomen dat ik nooit een supersociaal wezen zal zijn. 

Batterijen opladen

Ik ben introvert. Dat wil niet zeggen dat ik stil ben, hoewel mijn alias, Het Stille Meisje, dat misschien doet vermoeden. Introvert zijn betekent dat ik mijn energie haal uit alleen zijn. Ik laad mijn mentale batterijen op door in mijn uppie te lezen, wandelen, schrijven, breien, knutselen, naar muziek te luisteren of gewoon te netflixen. In stilte, met zo weinig mogelijk prikkels. Introvert zijn wil ook niet zeggen dat ik niet van gezelschap hou. Ik kan zelfs best luidruchtig zijn. Vraag dat maar aan mijn lief of mijn familie. Zelfs op kantoor laat ik me af en toe al eens gaan. In omgevingen waar ik me goed voel, met niet al te veel mensen om me heen, kan ik soms helemaal losgehen: tetteren, lachen, mopjes maken,…

Zolang ik daarna terug in mijn bubbel kan kruipen en iedereen me weer met rust laat. Want wanneer ik even geen tijd kan maken voor mezelf, mijn introverte kant verwaarloos of probeer weg te duwen (wat ik lange tijd gedaan heb), word ik bang en onrustig. Dat uit zich in opvliegendheid, kregeligheid, frustratie, wegduwen van de geliefden om mij heen, manisch lijstjes maken, koopzucht en ander compensatiegedrag.

Waarschuwing

Gelukkig heb ik die gedragingen leren herkennen én er naar leren handelen. Waar ik vroeger die waarschuwingssignalen bruut wegduwde, leer ik ze nu omarmen. Ik mag even aan het compensatiegedrag toegeven, maar ik neem ook tijd voor het onderliggende gevoel: de angst. Angst voor de mening van anderen, angst om als raar bestempeld te worden, angst om uit de ratrace te stappen, angst om te vertragen, angst om mezelf te zijn. 

Die angst stamt deels uit mijn jeugd en deels uit maatschappelijke verwachtingen. Ik heb altijd geleerd om sterk te zijn, niet op te geven, op mijn tanden te bijten. Tot ik tegen de muur knalde en al mijn tanden verbrijzelden. Maar ook de maatschappij verwacht dat we altijd bereikbaar en sterk zijn. Er is geen ruimte voor twijfels, fouten of vertraging. De luidste roepers krijgen het meeste aandacht. Wie een fout maakt of twijfelt, wordt als dom weggezet. Wie van stilte en rust houdt, wordt afgedaan als een rare kwiet. Wie even uit de ratrace wil of moet stappen, is een psychologisch geval.

Wel, ik weiger om daar nog aan mee te doen. Ik weiger om steeds sterk te moeten zijn. Om constant van hot naar her te rennen. Ik kan het simpelweg niet. Daar is ook niks mis mee. Ik ben geen kip zonder kop. Ik maak fouten. Ik twijfel. Elke dag. Dat is niet erg. Dat maakt me menselijk. Er schuilt net kracht in af en toe stil staan en je kwetsbaar opstellen.

Het mag

Misschien ben jij ook wel zo’n meisje. Of jongen. Stil. Introvert. Wil je ook soms liefst van al in een hol kruipen onder de grond zoals vossen of mollen doen. Je als een bolletje oprollen en onder een warm deken verdwijnen. En weet je wat? Dat mag. Stil zijn mag. Alleen zijn mag. Thuisblijven mag. Je telefoon uitzetten mag. Onbereikbaar zijn, het mag allemaal. Je hoeft niet altijd deel te nemen aan de maatschappij. Zolang je er maar niet volledig uitstapt. Want de grens tussen introversie en sociale angst of maatschappelijke moeheid kan soms vaag zijn. Dat heb ook ik aan den lijve ondervonden. Dus laat je vooral niks wijsmaken. Heb jij ook behoefte aan stilte, rust en tijd om alleen te zijn, zonder prikkels? Geef daar dan vooral aan toe. Dat maakt je niet abnormaal. Dat maakt je gewoon introvert.

Dit artikel verscheen eerst als gastblog op www.introvertel.nl

introvert doodle Marzi

Één reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s